meteoroloog en klimatoloog (St Petersburg 25 Sept. 1846 - Graz 22 Juni 1940), van origine Rus, die echter de grootste tijd van zijn leven in Duitsland en Oostenrijk doorbracht. Van 1875 tot 1918 bekleedde hij ten leidende positie aan de Deutsche Seewarte te Hamburg, waar hij o.a. de „Segelhandbücher” verzorgde.
Van 1924 af woonde hij te Graz. Köppen’s grootste betekenis ligt op het gebied van de systematische klimatologie (z klimaat), die hij verrijkt heeft met de klimaatindeling, die naar hem heet en thans zeer algemeen gebruikt wordt. De eerste vorm van zijn systeem dateert van 1900, de latere vorm van 1918. Hij onderscheidt vijf hoofdtypen van klimaat: A. Tropische regenklimaten,
B. Droge klimaten,
C. Warmgematigde regenklimaten,
D. Boreale klimaten,
E. Sneeuwklimaten.
Bibl.: Grundlinien der maritimen Meteorologie (1899) , Klimakunde (1899); Die ethnologische Wirtschaftsforschung (1917); Die Klimate der Erde (1923); Die Klimate der geologischen Vorzeit (1924); (met R. Geiger) Handbuch der Klimatologie, 5 dln (1930-’38, niet compl.); (met Gusinde) Unter Feuerlandindianen (1924); Handbuch der hist. Völkerkunde (1934); Die Indogermanen und Germanenfrage (1936).
Lit.: Geogr. Review 1941 (Jan.), p. 154; Buil. American Meteorol. Soc. 22, 81, 1941.