Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

William stanley jevons

betekenis & definitie

leidend Engels economist, statisticus en beoefenaar van de logica (Liverpool 1 Sept. 1835 - Bexhill, bij Hastings, 13 Aug. 1882), werd essaieur aan de Munt te Sydney (1853). Na zijn terugkeer in Londen (1859) maakte hij door verschillende publicaties op het gebied van economie en logica spoedig naam (A Serious Fall in the Value of Gold, 1863, en Pure Logic, 1870).

Sedert 1863 doceerde hij aan Owens College, Manchester. In 1876 werd hij hoogleraar aan University College te Londen, welke functie hij echter in 1880 wegens slechte gezondheid neerlegde.Te zamen met Walras en Menger behoort Jevons tot de grondleggers van de subjectieve waarde- en prijsleer welke hij in zijn hoofdwerk The Theory of Political Economy (1871) ontwikkelde. Met zijn stelling „value depends entirely upon utility” keerde hij zich scherp tegen de heersende Ricardiaanse leer. Behalve met de zuivere theorie hield Jevons zich ook bezig met vraagstukken van toegepaste economie. In 1865 trok hij met The Coal Question sterk de aandacht. Zijn verdere studies bewegen zich vnl. op het gebied van het geld- en bankwezen, het crisisvraagstuk (de zonnevlekkentheorie) en de statistiek (van grote betekenis waren zijn prijs-indexcijfers), waarvan de belangrijkste te vinden zijn in: Money and the Mechanism of Exchange (1875) en Investigations in Currency and Finance (1884). Op het gebied van de logica is zijn hoofdwerk Principles of Science (1874).

Lit.: Letters and Journals of W. S. J., e.d. by his wife (1886), bevat een volledige bibliografie; L. Amoroso, W. S. J. e la economia pura, in: Annali di economia (1925); A.

A. Young, J.’s Theory of Political Economy, in: Economie Problems New and Old (1927).

< >