Frans dep., genoemd naar het riviertje Vendée (70 km lang, uitmondend in de Sèvre-Niortaise), telt op 7016 km2 (1946) 393 790 inw. Le Marais (het „moerasland”) is een zandige en lage streek langs de zee, door kanalen en dammen voor de landbouw geschikt gemaakt.
Le Bocage is heuvelachtig (tot 288 m hoogte), heeft uitgestrekte heiden, veel bos, boom- en wijngaarden. La Plaine is een dorre vlakte. Tot dit departement behoren ook de door klippen omgeven eilanden Noirmoutier en Yeu. Het klimaat is vochtig. Middelen van bestaan zijn akkerbouw, veeteelt, zoutwinning en visserij. La Roche-sur-Yon (1946: 18 110 inw.) is de door Napoleon I gestichte hoofdstad.GESCHIEDENIS
De Vendée is vooral bekend geworden door de tragische opstand tegen de Eerste Franse republiek (z Franse revolutie). In de Vendée was weinig groot-grondbezit. De adel was er voor een belangrijk deel verarmde landadel; de feodale verhoudingen waren er nog niet geheel afgestorven. Verder bestond er een felle haat tegen „les intrus” (de constitutionele geestelijken). Aanleiding tot de opstand was de lichtingswet der Nationale Conventie (Mrt 1793). Hij begon met een moordpartij in het plaatsje Machecoul op regeringsgezinde „blauwen” door Roomse boeren, die zichzelf „de witten” noemden.
De witten behaalden aanvankelijk onder leiders als Cathelineau belangrijke voordelen, zoals de overwinning bij Vihiers(18 Juli). Maar reeds 17 Oct.,toen het Comité de Salut Public er ook elders beter voor kwam te staan, leden hun benden een ernstige nederlaag bij Cholet en werden zij voor een goed deel gedwongen naar Bretagne uit te wijken. Nu werd de Vendée tot het uiterste gebracht door „helse colonnes” onder Hébertistische generaals, die het landje te vuur en te zwaard verwoestten. In het voorjaar van 1794 werd en dezen door Robespierre teruggeroepen en vervangen door anderen, die beleidvoller optraden. De Thermidorianen begingen toen de fout met de royalistische leider Charette een wapenstilstand te sluiten (die van La Jaunaye, 15 Febr. 1795), die in Juni door Charette verbroken werd, toen de Engelsen een troep emigranten te Quibéron aan wal zetten (z Chouans). Tenslotte gelukte het generaal Hoche om de Vendée stelselmatig te onderwerpen.
Maar in de laatste jaren van het Eerste keizerrijk woedde de strijd tussen „witten” en „blauwen” weer openlijk. Hetzelfde was het geval in de jaren 1830-1832. Na de gevangenneming van de hertogin van Berry kan men de opstand pas als voorgoed beëindigd beschouwen.
Lit.: Ch. L. Chassier, Etudes documentaires sur la Révolution française (10 dln en 1 dl reg., 1892-1900), onderverdeeld als volgt: Préparation de la guerre de Vendée 1783-93 (3 dln, 1892), La Vendée patriote 1793-1800 (4 dln, 1893-’95), Les pacifications de l’Ouest 1794-1800 (3 dln 1896-1899); E. Lumière, Bibliographie de la Contre-Révolution dans les provinces de l’Ouest ou les guerres de la Vendée et de la Chouannerie (Paris 1904 e.v.); L. Dubreuil, Histoire des insurrections de l’Ouest (2 dln, 1924-’25) ; E. Gabory, La Révolution et la Vendée (3 dln, 1925-’28) ; Idem, L’Angleterre et la Vendée (2 dln, 1930-’31) ; G. Walter, La guerre de Vendée (Paris 1953).