2.6-dihydroxypyrimidine, sm.pt 335 gr. C., cytosine, 2-hydroxy-6-aminopyrimidine, sm.pt 320 gr.
C. en thymine, 2.6-dihydroxy-5 methylpyrimidine, sm.pt 318 gr. C., zijn verbindingen, die men door hydrolyse van nucleïnezuren kan verkrijgen en dus door koken met verdund zwavelzuur kan winnen uit de thymusklier, vishom, gist enz. Men kan hen beschouwen als ringvormige zuurureïden (z ureum) van 𝛣-aldehyd- of 𝛣-ketonzuren.