Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Umlautsverschijnselen

betekenis & definitie

noemt men de invloed, die de klinker van een volgende syllabe op een voorafgaande uitoefent. Wanneer het meervoud van stad steden luidt, dan komt dit, doordat in de tweede lettergreep een i gestaan heeft, die de a van de eerste syllabe in e deed overgaan.

Ook andere vocalen oefenen die invloed uit en zo onderscheidt men a-umlaut, i-umlaut en «-umlaut. Van het eerste is een voorbeeld het Nederlandse geworden uit een oudere vorm giwurdan, waarin dus de u onder invloed van de a tot een o overging. Soms noemt men deze overgang ook breking, terwijl men deze term in het bijzonder gebruikt, wanneer het resultaat van de ontwikkeling een tweeklank is, zodat het schijnt of de klinker in twee delen „gebroken” werd.Dit verschijnsel is zeer bekend in de Skandinavische talen, vgl. sjalfr naast zelf, bjorn naast beer. De verklaring schijnt in deze gevallen dezelfde te zijn geweest, al is het niet zeker, hoe de ontwikkeling heeft plaatsgehad. Bij de i-umlaut is de tussenliggende consonant van betekenis geweest, daar deze de umlaut kan verhinderen. Dan heeft de i der tweede syllabe dus eerst de voorafgaande consonant gemouilleerd en deze heeft op haar beurt de klinker der eerste lettergreep een palatale kleur gegeven. Anderen echter menen, dat de invloed ook rechtstreeks van klinker op klinker kan hebben plaatsgehad. Terwijl de eerste verklaring dus meer op phonetische werking berust, is de laatste van meer psychologische aard.

Lit.: C. B. van Haeringen, De Germaanse Inflexieverschijnselen („Umlaut” en „Breking”) phoneties beschouwd (Leiden 1918).

< >