is een systeem in de meetkundige kristallografie, dat slechts twee klassen omvat. Het zijn de beide laagst symmetrische der 32 kristalklassen.
De ene bezit als symmetrieelement een symmetrie-centrum, de andere geen enkel symmetrie-element. Als coördinatenstelsel wordt een assenkruis met drie assen gebruikt, waarop met verschillende lengte-eenheden gemeten wordt. De c-as staat verticaal, de a- en de b-as maken daarmede en onderling hoeken, die niet 90° zijn. De trikliene kristallen zijn volkomen scheef gegroeid. Zijn de vlakken in paren van evenwijdige vlakken aanwezig, dan wijst dit op het voorhanden zijn van een symmetrie-centrum. Ontbreekt dit, dan is geen enkele regelmaat meer aan het kristal te bekennen. Talrijke mineralen, o.a. de plagioklasen, distheen en axiniet kristalliseren triklien met een symmetrie-centrum, ook kunstmatige kristallen.
