Engels schilder en reiziger (King’s Lynn, Norfolk, 1822 - 8 Mei 1875), hield zich in zijn jeugd bezig met heraldiek, begaf zich in 1842 naar het Kaapland en vergezelde in 18481851 als schilder het Britse leger in de oorlog tegen de Kaffers. Van 1855-1856 behoorde hij tot de tochtgenoten van Gregory op diens expeditie in Noord-Australië, vervolgens van 1858-1861 van Livingstone op diens beide reizen in het Zambesigebied en aanvaardde in 1861 met James Chapman een tocht van de Walvisbaai in Z.W.-Afrika naar het Ngamimeer en de Zambesi.
In 1869 onderzocht hij met den geoloog Nelson de goudvelden van Tati in Matabelenland.Bibl.: Exploration in South Western Africa (1864); Shifts and expédients of Camp life (met W. B. Lord, 1871) ; uit zijn nalatenschap verscheen nog: Gold régions of South Eastem Africa (1877).
Lit.: J. P. R. Wallis, Th. B. of King’s Lynn, Explorer and Artist 1822-1875 (London 1940).