(Etienne Joseph), Frans politicus en kunsthistoricus (La Flèche 23 Juni 1807 - Parijs 30 Apr. 1869), schreef onder de naam W. Bürger.
Hij was aanvankelijk advocaat en journalist in Parijs, nam actief deel aan de beweging van 1830 en was een der voorvechters van de persvrijheid. Toen de monarchie tegen zijn verwachting in werd hersteld, ging hij over tot de oppositie en werkte hij o.a. met Pierre Leroux en George Sand mee aan de Revue indépendante. Tot zijn vrienden behoorde ook Lamennais.Later publiceerde hij een Dictionnaire de phrénologie et de physiognomie à l'usage des artistes; de invloed van bevriende schilders als Delacroix, Ary Scheffer, Diaz en vooral Théodore Rousseau, bewoog hem er toe de politiek de rug toe te keren, en zich alleen aan de kunst te wijden. Met de revolutie van 1848 herleefde zijn belangstelling voor de politiek echter weer: hij richtte achtereenvolgens enige kranten op, stelde zich in 1849 aan het hoofd van een volksbeweging, werd verbannen en vestigde zich te Brussel, waar in 1855 zijn eerste, met Bürger getekende, artikelen verschenen in de Revue universelle des Arts.
Hij ondernam reizen naar Holland en in 1859 verschenen zijn artikelen over Hobbema en zijn vertaling van Scheltema’s boek over Rembrandt. Aan zijn in 1859 verschenen werk Les musées de Belgique et de Hollande voegde hij een jaar later een deel toe over het voormalige Rotterdamse museum en museum Van der Hoop. Door zijn twee zeer belangrijke artikelen over Vermeer in de Gazette des Beaux-Arts kan hij als de eigenlijke ontdekker van deze schilder worden beschouwd.
Bibl.: W. Bürger, Van der Meer de Delft (Paris 1866).
Lit.: A. Heppner, Th.-Bürger en Holland, in: Oud Holland (938); André Blum, Vermeer et Th.-B. (Genève 1946).