Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SEMNONEN

betekenis & definitie

Germaans volk, het machtigste van de stam der Sueven. Het woonde tussen de Oder en de Elbe in de hedendaagse mark Brandenburg, was enige tijd onderworpen aan de heerschappij van Marbod, maar verliet hem in het jaar 17 n. Chr. en voegde zich bij het verbond der Cherusken.

In een heilig woud op het gebied der Semnonen hadden de vergaderingen plaats van alle Suevische stammen. De Semnonen trokken later naar het Z. en namen de naam Alamannen aan.

< >