Nederlands schrijver (Heerenveen 15 Aug. 1865 - Haarlem 10 Juli 1937), promoveerde in de Nederlandse letteren te Groningen (1891), was daarna werkzaam als leraar. Naar het voorbeeld van Gorter’s Mei schreef hij het epos Bragi (3 dln, 1900-1901), dat sterk de aandacht trok.
Hij had voorts belangrijke verdiensten voor de Friese letterkunde.Bibl.: Groningen als Hanzestad, diss. (1891); Gedichten (Friesche verzen, 1897); Troelstra als Friesch dichter (1925); Pier Pander’s Kinst ta eare (1926); Golgotha’s naspel (1932); Radbout (drama, 1932); Het Friesch in Nederland (1933); versch. artikelen over Breero.