Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SCHENCK VAN TOUTENBURG, frederik

betekenis & definitie

aartsbisschop van Utrecht (1503 - Utrecht 25 Aug. 1580), was de zoon van George, studeerde in de rechten en werd lid van het Kammergericht te Spiers.

Hij werd domdeken te Utrecht en verwierf verschillende andere geestelijke ambten, o.a. proost van St Pieter. Hij toonde zich een strijdvaardig man, niet altijd geheel vlekkeloos. In 1561, bij de nieuwe kerkelijke indeling der Nederlanden, benoemde Philips II hem tot aartsbisschop van Utrecht. Wel riep hij een synode voor zijn diocees bijeen en kondigde de besluiten van Trente af, maar krachtig optreden tegen de verworden geestelijkheid en kapittels deed hij niet en een waardig kerkvorst in de nieuwe bedeling was hij geenszins; hij was bovendien hebzuchtig en gaf persoonlijk geen hoogstaand voorbeeld. Met de overgang van Utrecht naar Oranje (1576) verdween zijn macht feitelijk. Hij schreef enige juridische en kerkelijke verhandelingen.

Lit.: M. Dierickx, S. J., De oprichting der nieuwe bisdommen in de Ned. onder Philips II (1950); L. J. Rogier, Gesch. v. h. Katholicisme in Noord-Ned. in de 16de en 17de eeuw, I (1945).

< >