Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SCHEMERING

betekenis & definitie

noemt men de overgang tussen dag en nacht (avondschemering, ochtendschemering). Zij ontstaat doordat de hogere lagen der atmosfeer nog (resp. reeds) door de zon verlicht worden en dit licht naar het aardoppervlak verstrooien, als de zon zelf reeds onder (resp. nog niet boven) de horizon is.

Over de soms zeer bonte schemeringskleuren van de hemel (morgenrood, avondrood; tegenschemering, purperlicht) zie hemelkleur. De schemeringskleuren worden sterk beïnvloed door het vochtgehalte van de verschillende luchtlagen, de eventuele bewolking en in bijzondere gevallen soms door stof, dat in hoge luchtlagen zweeft (bijv. na een sterke vulkaanuitbarsting). Het spectroscopisch onderzoek van het door zeer hoge luchtlagen tijdens de schemering verstrooide licht is een der middelen om indirect meer van deze lagen te weten te komen.Men onderscheidt wel de „burgerlijke schemering”, die begrensd wordt door een zonnestand van 6° onder de horizon, en de „astronomische schemering”, die begrensd wordt door een zonnestand van 18° onder de horizon. De burgerlijke schemering duurt voor een plaats op 52° noorderbreedte ten tijde der winterzonnewende ca 50 min., ten tijde der zomerzonnewende 60 min., op de halverwege hiertussen gelegen tijdstippen 36 min. (de astronomische schemering duurt veel langer; omstreeks 21 Juni komt de zon hier zelfs geen 18° onder de kim). De schemering duurt in het algemeen des te korter naarmate de zon steiler onder de kim duikt. Bekend zijn dan ook de zeer korte tropische schemeringen (20 min.).

PROF. DR P. GROEN

Lit.: zie hemelkleur.

< >