Wat is de betekenis van Schemering?

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schemering

schemering - zelfstandig naamwoord uitspraak: sche-me-ring 1. tijd dat de zon nog niet helemaal op of onder is ♢ in de schemering wordt het vaak gezellig Zelfstandig naamwoord: sche-me-ring de schemering S...

2024-04-25
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Schemering

De schemering symboliseert een onduidelijke situatie waarin we ons bevinden. De avondschemering kan onze problemen niet oplossen, maar de ochtendschemering geeft ons de hoop dat we onze moeilijkheden uiteindelijk toch kunnen overwinnen. (Zie ook ‘Avond’, ‘Morgen’).

2024-04-25
Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Schemering

Tijdsverloop tussen het ondergaan van de zon en het donker. Hoe dichter bij de evenaar, des te korter de schemering duurt, vanwege de grotere draaisnelheid van de aarde aldaar. De vage grens tussen het nog heldere en het reeds donkere deel van de hemel wordt de schemeringsboog genoemd.

2024-04-25
Droom lexicon

G. Senger (1985)

Schemering

De drempel tussen het bewuste en onbewuste ligt in de schemering. Als in uw droom de avond valt, komen duisternis en ‘onbewustheid’ opzetten. Maar wanneer de ochtendschemering na een donkere nacht het eerste licht over uw droomlandschap laat schijnen, is een nieuw begin binnen u bezig te ontstaan.zie Avond. zie Tijdstippen van de dag.

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

schemering

Zodra de zon onder de horizon zinkt, begint de avondschemering. Tot de zon ruim 6° onder de horizon is, duurt de burgerlijke schemering, terwijl de astronomische schemering pas eindigt als de zon 180 is weggezonken. Bij de morgenschemering treedt de omgekeerde volgorde op. De schemering wordt veroorzaakt door de stralen van de al ondergegane zo...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schemering

s., skimer, twiljocht (it), ûleflecht, -fljocht, healtsjuster (it).

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schemering

v. (-en), 1. het heersen van half, flauw of zwak licht; bep. van het zonlicht dat door de dampkringslagen boven ons naar de aarde teruggekaatst wordt wanneer de zon reeds (of nog) onder de kim is (avond-, morgenschemering): de schemering valt, het wordt avond; — tijd tussen licht en donker: de schemering duurt 's zomers...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Schemering

Wanneer de bovenste rand der zon zich bevindt beneden de horizon, het raakvlak aan de aarde ter plaatse van de waarnemer, bereiken haar stralen die waarnemer niet meer langs directe weg en is zij voor de waarnemer onzichtbaar. Zolang de zon zich niet te diep onder de horizon bevindt, kunnen haar stralen nog wel de luchtlagen boven de waarnemer verl...