Groningse gemeente van 4630 ha met (1952) 7480 inw., van wie (1947) 82 pct Prot. en 18 pct andersdenkenden, ligt hoofdzakelijk op klei, in het midden en in het Z. op pleistoceen (glaciaal) zand en afgegraven hoogveen. Hoofdzaak zijn akkerbouw en industrie (steen, torenklokken en uurwerken, brandspuiten (te Heiligerlee), conserven).
Tot de gemeente behoren de dorpen Scheemda (1952: 1125 inw.), Eexta (1480 inw.), Nieuw-Scheemda (525 inw.), Westerlee (1735 inw.) en Heiligerlee (1350 inw.); de buurten: Scheemderzwaag (200 inw.), een deel van Het Waar (390 inw.) en Scheemdermeer (420 inw.) en het gehucht Napels (255 inw.).