Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SAN SEBASTIÁN

betekenis & definitie

(in het Baskisch: Donostia en vroeger Iruchula geheten), hoofdplaats van de Spaanse provincie Guipúzcoa, vroeger koninklijk zomerverblijf met (1940) 103.980 inw., ligt schilderachtig op een smalle landtong met de Mont Urgull aan de Golf van Biscaye, tussen de monding van de Urumea en de baai la Concha en aan de spoorlijn Irún - Madrid, en werd na de verwoesting van 1813 door de Engelsen regelmatig herbouwd. Het bestaat uit de oude stad met nauwe straten en kleine pleinen met arcaden en, daarvan gescheiden door de brede Alameda, de regelmatig aangelegde nieuwe stad met brede wegen.

In de oude stad liggen de vissers- en de handelshaven, de kerk Santa Maria in Barokstijl, de Gothische kerk San Vincente (16de eeuw), het stadhuis; in de nieuwe stad een gedenkteken van admiraal Antonio de Oquendo, het Casino, een arena voor stierengevechten, een schouwburg en vele grote hotels. De strandbaden liggen vnl. langs de Concha, waar ook de renbaan en de voormalige koninklijke villa zijn gelegen. Er is industrie (tabak, behangsel, chemische producten enz.), zeevisserij en enige handel. De stad heeft een goed beschermde haven. Ook is zij de zetel van een bisschop. Hoofdzaak is echter haar functie als zeebadplaats en woonplaats voor de Spaanse aristocratie tijdens de zomermaanden.

< >