Nederlands geograaf (’s-Gravenhage 5 Juli 1827 Leiden 7 Nov. 1883), ging als bestuursambtenaar naar Indië, werd in 1873 resident van Ternate en in 1875 van Menado. Hij was een grondig kenner van het Javaans en legde zich ook toe op de beoefening van natuurkundige wetenschappen.
Op zijn dienstreizen vond hij gelegenheid tevens vooral de vulkanische verschijnselen en de vogelwereld nauwkeurig te bestuderen. Hij was een rechtstreekse afstammeling van de voorgaande.Bibl.: Iets over de inlandsche wijze van katoenverven op Java enz. n. Jav. bronnen bewerkt (1878); Kaart v. d. Minahasa (4 bl., 1878) ; Meded. omtr. grondstoffen in het O. gedeelte v. o. Ind. Archipel (1880); Mémoire offert au congrès de géographie k Venise sur les travaux géogr. dans les Pays-Bas (1881).
Lit.: H. Kern, S. G. J. W. v. M. in: Levensber.
My v. Lett. te Leiden (1884).
