Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ROORDA, taco

betekenis & definitie

Nederlands geleerde (Britsum 19 Juli 1801 - Leiden 5 Mei 1874), eerst predikant te Lutjegast in Groningen, in 1828 buitengewoon hoogleraar in de Oosterse talen en in de Hebreeuwse antiquiteiten te Amsterdam. Ten gevolge van zijn betrekkingen met het Nederlandse Bijbelgenootschap te Amsterdam ging hij zich toeleggen op de Indonesische talen en bepaaldelijk op het Javaans, van welker beoefening hij de wetenschappelijke grondlegger is geworden.

Hij werd hoogleraar aan het opleidingsinstituut voor Indische ambtenaren te Delft (1842-1864), daarna te Leiden van 1864-1874. Hij behoorde tot de meest vooraanstaande Nederlandse geleerden van zijn dagen.Bibl.: Javaansche grammatik (1855; 5de verkorte editie, 1906); Gericke-Roorda, Javaansch Handw. b., 3de dr. (1901); Over de delen der rede... of logische analyse der taal (1852).

Voorts: Proeve uit de Brata Joeda (1841); Radja Pirangon (1844); Jav. Wetten (1844); Jav. Brieven (1845); Wajangverhalen (1869); Toehpah (2de druk, 1874).

< >