Engels geleerde (Londen 18 Jan. 1779 - West Malvern 17 Sept. 1869), behaalde op 19-jarige leeftijd de graad van M. D. te Edinburgh en begaf zich in 1802 naar Genève, van waar zijn vader naar Engeland was geëmigreerd.
Hier deden politieke verwikkelingen hem in de gevangenis belanden; hij kwam vrij in 1803 en werd lijfarts van de Markies van Lansdowne. In 1905 begon zijn loopbaan van docent, eerst in Manchester, sedert 1805 in Londen. Zijn voordrachten en geschriften behandelden naast physiologie o.a. ook natuurkunde en schaakproblemen. Hij was ruim twintig jaar lang secretaris van de Royal Society.Onsterfelijk werd hij door een werk dat hijzelf wellicht als een vorm van ontspanning beschouwde: zijn Thesaurus of English Words and Phrases Classified and Arranged so as to Facilitate the Expression of Ideas and Assist in Literary Composition, een systematisch-analogisch woordenboek dat in 1852 verscheen en nog tijdens zijn leven 27 herdrukken beleefde. In de Engels sprekende landen wordt het nog in toenemende mate gebruikt terwijl het enkele uitgaven in andere talen tot model diende.