Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ROETHENEN

betekenis & definitie

zijn Oekrainers, die in het vroegere gebied van Oostenrijk-Hongarije woonden; zij werden door de Grootrussen als Kleinrussen aangeduid, en door de Tsjechen en Slowaken vaak als Karpato-Russen. De namen Russinen of Russnaken werden wel gebruikt voor de Roethenen in de Boekowina. De Roethenen werden door de Oostenrijkse keizers begunstigd, omdat zij dezen steunden, in tegenstelling tot de Magyaren; zij stemden met de Duitsers tegen de Polen en Tsjechen, omdat zij vroeger door de Polen onderdrukt werden.

Door de vele verschuivingen der volken aan gene zijde der Karpaten is het heel moeilijk uit te maken, welke stammen nu nog het zuiverst het oorspronkelijke type vertegenwoordigen. Men meent, dat de Polanen, Uglitsker, Twerer, Drewlanen, die Galicië en Wolhynië bewonen, het zuiverst zijn. Verschillende stammen als Husulen, Bojken, Lemken, enz. hadden een toevlucht gezocht in het gebergte; door endogamie en isolement hadden zij de aanwezige eigenschappen, zeden en gewoonten geconsolideerd. Het gebied der Oekrainers werd tot 1945 in het N. begrensd door de boven-Narew, de Pripet, de Desna, in het O. door de Don, terwijl nu nog delen der natie tot aan de Koeban wonen, in het Z. waren de Zwarte Zee, de Zee van Asow, de Dnjestr en de Donau de grenzen, in het W. strekte hun woongebied zich uit tot de bronrivieren van de Theiss. In Juni 1945 deed Tsjechoslowakije afstand van het zgn. Karpatho-Oekrainse gebied, dat in hoofdzaak door Roethenen was bewoond.

Dit is een bosachtige streek met een bevolking van ca 725.000 waarvan ca 500.000 Roethenen. De Tsjechen en Slowaken uit dit gebied mochten bij decreet van 1 Jan. 1946 naar Tsjechoslowakije terug, omgekeerd mochten Roethenen, die in Tsjechoslowakije woonden, naar de Oekraine verhuizen. Waar dit volk als gesloten massa woont, is het vrij homogeen, het zijn Slaven, waarop ingewerkt hebben: Turkse volken, Finnen, het Mediterrane, Alpine en Dinarische ras. De vrij uitgebreide Duitse kolonies waren oorzaak, dat ook het Duitse element in de kruising niet ontbrak.De Roethenen wonen in de vlakte bijna allen in dorpen, wat zijn oorzaak vindt in de eeuwenlange onveiligheid door Tataarse overvallen. De lange winters, de armoede en het ontbreken van handarbeiders op het platteland bevorderden de huisindustrie. Tegenwoordig valt echter in deze gebieden een industrialisatie te constateren, hetgeen niet nalaat een verandering in de mentaliteit te veroorzaken. Wat de lichamelijke gesteldheid van de Roethenen betreft, kan men zeggen, dat hun doorsnee-lichaamslengte 1,66 m bij de mannen, 1,54 m bij de vrouwen bedraagt. Het lichte type domineert met ca 54 pct, het percentage van het donkere type bedraagt ca 45 pct. In het borduurwerk op de mooie kleren openbaart zich een kunstzinnigheid en liefde voor het schilderachtige.

Lit.: H. J. Biedermann, Die Ungarischen Ruthenen, ihr Erwerb und ihre Gesch. (Innsbruck 1862); A. Barwinski, Das Volksleben der Ruthenen (Wien 1898); P. Diels, Die Slaven (Leipzig 1920); M. Haberlandt, Die nationale Kultur d. österreich. Völkerstamme (Wien 1917); Corlisse Lalomt, The Peoples of the Soviet Union (New York 1946).

< >