van Auden-Aerd of Oudenaerde, Vlaamse kunstschilder (geschiedkundige taferelen en portretten), etser en burijngraveur (Gent 1663 - 1743, begraven in de St Baafskerk aldaar), was leerling van Ivans van Cuyck van Myerop en van J. van Cleef. In 1685 vertrok hij naar Italië, om er te Rome een der voornaamste leerlingen te worden van Carlo Maratti.
Hij beoefende tegelijkertijd de schilderkunst en de graveerkunst. Na gedurende 38 jaar in Italië werkzaam te zijn geweest, kwam hij terug naar zijn geboortestad — Gent — in 1723 en zou aldaar verblijven en druk werkzaam zijn tot aan zijn dood. Terecht wordt hij meer geroemd als grafisch kunstenaar dan als schilder. Men vindt een lijst zijner prenten in Manuel des curieux et des amateurs de l’art, door Huber, Rost en Martini; in Le Manuel de l’amateur d’estampes door Joubert; en in Le Manuel de l’amateur d’Estampes door Ch. Le Blanc. Daaraan moet men toevoegen de 20 gravures, die hij leverde voor Dom. de Rossi’s Raccolta di Statue antiche e moderne, colle esposizioni di Paolo Alessandro Maffei (1704), de 10 prenten, uitgegeven onder de titel Caii Julii Caesaris dictatoris triumphi. .. ab Andrea Mantenea . . . (1692) en twee naamloze platen voorkomende in L’Entrée et les Funérailles de la reine Christine de Suède, overl. te Rome op 19 Apr. 1689. Alles te zamen telt aldus zijn werk ongeveer 300 nummers.Bibl.: Biografie Nationale publ. par l’Acad. royale de Belgique T. I. (Bruxelles 1866).
