Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RITTER, moritz

betekenis & definitie

Duits geschiedkundige (Bonn 16 Jan. 1840 - 28 Dec. 1923), was van 1873-1923 hoogleraar te Bonn. Hij ging na het Concilie van het Vaticaan (1870) tot het Oudkatholieke geloof over.

Bibl. o.a.: Gesch. d. Deutschen Union bis zum Tode Rudolfs II., 1598-1612 (2 dln, 1867-1873); Politik und Geschichte der Union zur Zeit.... der Anfänge des Kaisers Matthias (1880); Deutsche Geschichte d. Gegenreformation und des Dreiszigjährigen Krieges 1555-1648 (3 dln, 1889-1908); Ranke. Seine Geistesentwicklung u. Geschichtsschreibung (1896); Die Entwicklung d. Geschichtswissensch. an den führenden Werken betrachtet (1919).

Lit.: W. Goetz, M. R. (in: Hist. Zeitschr., Bd 131, 1925); Alfred Dove, Ausgew. Aufsätze dl I (1925), blz. 307 v.

< >