burgemeester van Londen (gest. Londen Mrt 1423), vestigde zich als groot koopman te Londen, waar hij weldra tot de allervermogendsten behoorde.
Hij kwam in de stadsraad, werd alderman en in 1393 sheriff, in 1397 en vele malen daarna lord-mayor. Meermalen kon hij geld lenen aan de koning, voor wie hij ook een deel van de bouw der Westminster-abbey bekostigde; hij stichtte Guildhall en Grey Friars Library en bestemde zijn gehele vermogen voor de bouw van een hospitaal en tot verbetering der gevangenis van Londen. Door deze mildheid kreeg hij een bijzondere naam, die aanleiding schijnt geweest te zijn tot de vorming van een legende omtrent zijn nederige afkomst, welke echter eerst in de 16de eeuw opdook.Lit.: S. Lysons, The Model Merchant of the Middle Ages, exemplified in the Story of W. and his Cat (London 1860); W. Besant en J. Rice, Sir R. W., New Ed. (London 1902).
