Frans historicus en oriëntalist (Aubais 5 Sept. 1885), tracht uit R.K. standpunt de samenhang der geestelijke en politieke ontwikkeling van het Oosters denken te begrijpen. Hij is directeur van het Museum Cernuschi te Parijs (1933) en lid van de Académie française (1946) .
Bibl. : Hist. de l’Asie (1922); Hist. de l’Extrême-Orient (2 dln, 1928) ; Sur les traces du Bouddha (1929) ; Les philosophies indiennes (2 dln, 1931); Hist. des Croisades et du Royaume franc de Jérusalem (3 dln, 1934-’36, standaardwerk over de kruistochten met inachtneming van alle Oosterse bronnen; in verkorte vorm: L’Art de l’Extrême-Orient (1936); l’Empire des Steppes (1939); Hist. de la Chine (1942) ; L’Epopée des Croisades (1942) en Hist. des Croisades (1944) ; Bilan de l’histoire (hist.-filos. beschouwingen over de wisselwerking tussen Oosten West, 1946) ; Histoire de l’Arménie (1947) ; Figures de proue (id. 1949).
