wordt meestal in ethische zin gebruikt om een geesteshouding aan te duiden, waarin vaste normen en een vaste rangorde van normen worden ontkend of in feite verzaakt. De vraagstukken die hiermede samenhangen zijn te ingewikkeld dan dat ze met een emotioneel gebruikte term kunnen worden afgedaan.
Tegenover relativisme staat absolutisme, dat in de moraal gemakkelijk in tyrannie ontaardt. Het relativisme daarentegen erkent een beïnvloeding van normen door omstandigheden: de norm van waarachtigheid bijv. is niet van toepassing op onderdrukkers. In cultuur-historisch opzicht maakt de vroegere opvatting van de absolute waarde der Europese beschaving in vergelijking met andere meer en meer plaats voor een relativistische, waarin lichten schaduwzijden van alle beschavingstypen worden erkend en wordt gestreefd naar verstandhouding op grond van wederzijdse eerbiediging. Het ethische bezwaar tegen het relativisme, dat het soms beginselloosheid en slapheid in de hand werkt is juist, maar het absolutisme neigt tot het tegenovergestelde gebrek: starheid, heerszucht en hardheid.PROF. DR H. J. POS