In vroeger tijden werd de van een misdrijf verdachte persoon vaak met behulp van de pijnbank tot bekentenis gebracht.
Was dit bereikt, dan moest de bekentenis, om rechtskracht te bezitten, „buiten pijn en banden” worden herhaald. Als herinnering hieraan kan men beschouwen het nog in de militaire rechtspleging voorkomende voorschrift dat, indien een beklaagde bij zijn verhoor door de officier-commissaris* geheel of gedeeltelijk heeft bekend, hij de volgende dag op zijn bekentenis moet worden gerecoleerd, d.w.z. dat hem deze bekentenis wordt voorgehouden en hem wordt afgevraagd of hij daarbij blijft. Hiervan en van zijn antwoord wordt een schriftelijke verklaring opgemaakt en door de beklaagde, alsmede door de officier-commissaris en de secretaris ondertekend (artt. 49 en 50 Regtpleging bij de Landmagt). Ook in de volle krijgsraadvergadering heeft een recolement plaats, bestaande in het aan de beklaagde voorhouden van de verklaringen, welke door hem voor de officier-commissaris zijn afgelegd (artt. 159 R.L.) (z militaire rechtspraak).
MR H. H. A. DE GRAAFF