dient voor de bepaling van de gevoeligheid van een individu voor roodvonk. Men spuit 0,2 cm3 van een verdund roodvonktoxine in de huid in.
Er ontstaan na 1 -2 dagen op de plaats van inspuiting een zwelling en roodheid, die bewijzen, dat de ingespoten persoon vatbaar is voor roodvonk, terwijl het achterwege blijven van de reactie een teken is, dat de ingespotene over een zekere hoeveelheid antitoxine beschikt (z Schick, reactie van).