is een straf, die nog lang na de Middeleeuwen in verschillende rijken in Europa op zware misdadigers werd toegepast. Deze straf was ook reeds bij de Grieken en Romeinen bekend.
Men bond de misdadigers tussen de spaken van een rad uitgestrekt vast en draaide dit snel rond, totdat de dood volgde. Later werden eerst de ledematen met het rad gebroken, waarna de geradbraakte op het op een paal geplaatste rad gelegd werd. Soms ontving hij dan de genadeslag, soms werd hij tot aan zijn dood tentoongesteld. Ook werd hij wel voor het radbraken geworgd. Vroeger werd de straf der onthoofding wel eens verscherpt door de bepaling, dat het lichaam daarna op een rad zou worden gelegd.