Nederlands mineraloog en kristallograaf (Tzummarum 14 Oct. 1886), studeerde te Groningen, Göttingen en Berlijn en werd in 1924 als privaat-docent verbonden aan de Universiteit te Groningen. In 1939 werd hij lector, in 1943 buitengewoon en in 1948 gewoon hoogleraar in de kristallografie en mineralogie.
Van 1941-1948 was hij tevens buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam in dezelfde vakken.Bibl.: Over het Peltier-effect in de thermo-ketens koper-kwik en kwik-nikkel (diss. 1917); Kristallografie als hulpwetenschap voor de scheikunde (Openb. les 1939); Kristallometrie (1946).