Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Pieter ’t HOEN

betekenis & definitie

Nederlands journalist, toneelschrijver en kinderdichter (Utrecht ged. 18 Aug. 1744 - Amersfoort 9 Jan. 1828), was schoolmeester te Utrecht, publiceerde 1778-1779 acht toneelstukken onder de schuilnaam J.A. Schasz M.D. en werd in 1781 redacteur van het patriottische weekblad De Post van den Neder-Rhijn (13 dln, 624 nrs, Utrecht 1781-87 en ’98), het eerste politieke orgaan hier te lande.

In 1788 vluchtte hij naar St Omer. Na zijn terugkeer in 1795 redigeerde hij De nieuwe Post van den Neder-Rhijn (1795-1799), en was o.a. chef van de secretarie van het Dep. Utrecht (1801-1812) en griffier van het vredegerecht van Amersfoort. Als toneelschrijver bewoog hij zich als eerste op het gebied van het burgerlijk drama, terwijl hij enige maanden na Hier. van Alphens anoniem verschenen Proeve van kleine gedigten voor kinderen (1778) niet zonder talent een Nieuwe proeve geheel in diens trant schreef.Bibl.: Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen (6 stukjes, 1778-1779); Nieuwe spectatoriaale schouwburg, behelzende oorspronkelijke tooneelstukken (2 dln, 1782-1789); Vaderlandsche schouwburg, bevattende oorspr. tooneelstukken (3 dln, 1790-1793); Fabelen en kleine gedichten voor kinderen (Amsterdam 1803, herdr. 1822).

Lit.: W. P. Sautijn Kluit. De Post van den Neder-Rhijn, in: Bijdr. v. gesch. en oudheidkunde, N. R. X (1880); J.

Hilman, Ons tooneel III (1881), 125-127; E. Knuttel-Fabius, Oude kinderboeken (’s-Gravenhage 1906), 89-93; M. Schneider, De Ned. krant (2de dr., 1949); D. L. Daalder, Wormcruyt met suycker, hist.-crit. overz. v. d. Ned. kinderlit. (1950).

< >