Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Peter von HAGENBACH

betekenis & definitie

ridder, heer van Belmont, Bourgondisch landvoogd in de Elzas (terechtgest. Breisach 9 Mei 1474), was de zoon van een der Elzasser vazallen van Catharina van Bourgondië, hertogin van Oostenrijk (gest. 1426).

Hij kwam reeds vroeg aan het Bourgondische hof, waar hij ten slotte hertogelijk hofmeester was. Als groot-baljuw werd hij aan het hoofd geplaatst van de Habsburgse landen aan de Boven-Rijn, die Sigismund van Oostenrijk in Mei 1469 aan Karel* de Stoute in pand had afgestaan (Pfirt, Boven-Elzas, delen van Breisgau en Schwarzwald). Met krachtige hand herstelde hij hier de orde en het landsheerlijke gezag en hij trachtte zijn gebied met de overige Bourgondische landen te assimileren. Door zijn straf bewind en bars optreden verontrustte hij de naburige geestelijke en wereldlijke vorsten en inzonderheid de rijkssteden, die toenadering zochten tot elkaar en tot de over de afstand berouw gevoelende Sigismund. Zijn dreigende politiek t.o. de met de Zwitsers verbonden rijksstad Mülhausen (Mulhouse) droeg er toe bij ook de Eedgenoten, die door de Bourgondische macht in hun expansie belemmerd werden, tegen hem in het harnas te jagen. Daarbij kwam ontevredenheid in het land zelf, vooral na de invoering in 1473 van een belasting op de wijn.

In Mrt en Apr. 1474 kwam het te Konstanz tot een verbond der buitenlandse vijanden. Hagenbach ontving van hertog Karel onvoldoende steun en begin Apr. had het gehele land zich tegen hem gekeerd. Op 9 Apr. werd de landvoogd, die zich naar Breisach had teruggetrokken, door de bevolking gedwongen zijn Italiaanse en Waalse huurtroepen te laten heengaan; daags daarop werd hij gearresteerd en 9 Mei ter dood veroordeeld en onthoofd. De verhalen van vijandige kroniekschrijvers over zijn hardvochtigheid en immoraliteit zijn allicht overdreven.Lit.: G. Nerlinger, Pierre de H. et la domination bourguignonne en Alsace (in: Annales de PEst III-V, 1889-1891); C. G. Bernoulli, Der Landvogt P. v. H. (Basler Beitr. z. Vaterl.

Gesch. XIII, 1890); H. Witte, div. bijdr. in: Zeitschr. f. d. Gesch. d. Oberrheins, inz. N.F.1,1886,II, 1887, VIII, 1893; C.Weymann, La familie de Pierre de H., grandbailli du duc de Bourg. (in: Rev. d’Alsace LXXI, 1924); H.

Heimpel, Das Verfahren gegen P. v. H. zu Breisach (in: Zeitschr. f. d. Gesch. d. Oberrh., N. F. LV, 1942).

< >