zijn bij de R.K. theologen die werken van de rechtvaardigen, die niet strikt door een wet geboden zijn. Zij nemen immers aan, dat men niet verplicht is alle goede werken te doen die men mogelijkerwijze zou kunnen verrichten: ook het Evangelie maakt onderscheid tussen geboden en raden.
Deze onverplichte goede werken hebben een verdienstelijke en uitboetende kracht. Tegenover Luther stelde het Concilie van Trente uitdrukkelijk vast, dat onverplichte werken van versterving, gebed en aalmoezen een uitboetende kracht bezitten. Sess. XIV C. IX et Can. 13.PROF. J. A. DE GOEY
Lit.: Michel, Dict. de Théol. Cath. Tom. XIV col. 2824-2833.