noemt men in de wiskunde een betrekking tussen twee getallen p en q, die uitdrukt, dat p niet gelijk is aan q, of althans niet gelijk aan q behoeft te zijn. Met behulp van de tekens (ongelijk), = (gelijk), > (groter dan) en < (kleiner dan) kan elke ongelijkheid worden aangeduid in een der vormen: p≠ q, p > q, p≧ q, p ≦ q, p < q. De eerste dezer betrekkingen is commutatief, de overige niet.
Ongelijkheden mogen (evenals vergelijkingen) met hetzelfde getal worden vermeerderd of verminderd en met een positief getal worden vermenigvuldigd of daardoor worden gedeeld, maar bij vermenigvuldiging met of deling door een negatief getal moeten de tekens > en < worden verwisseld. In de getallenleer en de functietheorie vervullen de ongelijkheden een belangrijke rol.
