Engels diplomaat en schrijver (Londen 27 Apr. 1874 - Beauly, Schotland 15 Dec. 1945), stamde uit een bekende bankiersfamilie, studeerde te Eton en Cambridge en was van 1898-1904 in diplomatieke dienst. Als dagbladcorrespondent reisde hij in de jaren 19041912 in Mantsjoerije, Rusland en de Balkan en streed in Wereldoorlog I.
Hij beoefende als schrijver allerlei genres, publiceerde gedichten (Collected Poems, 1925), toneelstukken (Diminutive Dramas, 1911, 1919, 1925), burlesken {Lost Diaries, 1913), romans (A Triangle, 1923 etc.), essays, reisbeschrijvingen {With Russians in Manchuria, 1905, A Tear in Russia, 1907), oorlogsschetsen, een autobiografie (The Puppet Show of Memory, 1922), een zeer persoonlijke bloemlezing uit de Engelse literatuur met commentaar Have you anything to declare? (1936), The Oxford Book of Russian Verse (1924). Het tijdschrift London Mercury (1920), no 2 bevat een bibliografie van zijn werk tot 1920.Lit.: K. Arns, in: Engl. Studiën (1927); J. Mainsard, in: Etudes (1929); Ethel Smyth, M. B. (1938); Laura Lady Lovat, M. B.: a Postscript with some Letters and Verses (London 1948).
