Duits fysioloog (Wetzlar 6 Sept. 1811 - Greifswald 14 Juli 1888), heeft zijn naam gegeven aan drie autonome kerngebieden in het ruggemerg. 1. Het centrum vesico-spinale in het onderste gedeelte van het ruggemerg dat de lediging der blaas bewerkstelligt.
2. Het centrum ano-spinale, eveneens in het onderste deel van het ruggemerg gelegen dat de sluitspier der anale opening beheerst.
3. Het centrum cilio-spinale, gelegen op de overgang van het halsgedeelte naar het borstgedeelte van het ruggemerg, welks uitlopers de sympathische innervatie verzorgen der gladde oogspieren, te weten de musc. dilatator pupillae die de pupil kan verwijden, de musc. tarsalis superior die het bovenste ooglid opgetrokken houdt en de musc. orbitalis die de oogbol naar voren houdt. Bij ziektehaarden in het centrum cilio-spinale van Budge ontstaat dientengevolge een nauwe oogspleet door afhangend ooglid, een vernauwde pupil en een teruggezonken oogbol (syndroom van Claude Bernard-Horner).
