Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Lodewijk MULDER

betekenis & definitie

Nederlands schrijver (’s-Gravenhage 9 Apr. 1822 - 13 Mei 1907), bezocht de Militaire Academie te Breda, was van 1851-1859 aldaar als leraar werkzaam en nam in 1867 als majoor zijn ontslag uit de dienst. In 1868 werd hij inspecteur van het lager onderwijs in de provincie Utrecht (tot 1872).

Van 1854-1859 was hij hoofdredacteur van de Militaire Spectator en ook lange jaren medewerker aan de Nederlandsche Spectator.Bibl.: Afdrukken van indrukken (1854, met M. P. Lindo); Jan Faassen (2 dln, 1856); Losse schetsen uit mijn dagboek (1883)» uitg. van het Journaal van Anthonius Duyck, met inl. en aanteeken. (3 dln, 1862-1866); Handleiding tot de kennis der Vaderlandsche gesch. (1857, bij herhaling herdr.). Blijspelen» De kiesvereeniging van Stellendijk (1880); Een lief vers (1881); Een vriendendienst (1896); Op glad ijs (1901).

Lit.: Johan Gram, Levensschets v. Lod. M. (Mij. d. Ned. Lett., 1907).

< >