Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LICHAAMSVERSIERING

betekenis & definitie

Vrijwel alle volken kennen de behoefte zich het lichaam te versieren. Bij feestelijke gelegenheden, maar vooral in de puberteitsperiode, wanneer iedere sekse in bijzondere mate belangstelling heeft voor zichzelf en voor de andere sekse, wordt veel zorg aan het uiterlijk besteed.

Kleding en het dragen van sieraden gaan, ook bij ons, ongemerkt in elkaar over. Verder worden de haren en het lichaam in het algemeen op bijzondere wijze behandeld. Merkwaardig is hoezeer de smaken hierbij verschillen. Wat bij het ene volk als bijzonder mooi wordt nagestreefd, wordt door het andere lelijk of onbehoorlijk gevonden. Terwijl de Balinese vrouw in feestkledij het bovenlijf met mooi geweven doeken bedekt heeft, is de feestelijke avondkleding van Europese dames er op gericht dit juist zoveel mogelijk te ontbloten, terwijl in de dagelijkse werkkleding de situatie net omgekeerd is. De Chinezen vonden de kleine vrouwenvoet zo mooi, dat zij eertijds de voeten bij de jonge meisjes zo samensnoerden, dat ze geheel misvormd werden. Het aantal halsringen, dat een Birmese vrouw draagt, de zware beenringen van sommige negervrouwen, de naar ons gevoel walglijk grote lippenschijven der Sara Negerinnen uit Afrika en der Botokoeden van Zuid-Amerika, de uitgerekte oorlellen der Dajak-vrouwen, zo zwaar met oorringen beladen dat ze uitscheuren, de littekentatoeage bij Papoea’s en Negers, de stijve helmachtige kapsels in Afrika, die bereikt worden doordat het haar met koemest wordt bewerkt, de gevijlde of uitgeslagen en zwartgemaakte tanden der Maleise vrouwen, maar dan ook de paarsrood gelakte nagels der Europese vrouwen, ze bewijzen alle hoe wonderlijk het begrip schoon kan zijn en hoe veel men er voor over heeft om het gewenste ideaal te bereiken.Het materiaal waarvan de verschillende sieraden, zoals halskettingen, arm- en been-, oor- en neusringen, oor-, neus- en lippenknoppen, kammen, heupgordels gemaakt worden, is zeer gevarieerd: ijzer, koper, brons, edele metalen, schildpad, been, schelp, bamboe, bladeren en bloemen, ivoor, tanden van mensen en dieren, edelstenen of combinaties van deze materialen.

Van de eigenlijke lichaamsvervormingen noemden wij reeds de littekentatoeage, die op verschillende plaatsen op het lichaam aangebracht wordt. Vooral als gelaatsversiering maakt deze vorm van tatoeage naar onze smaak een ontsierende indruk. Zij komt vooral bij volken met een donkere huidskleur voor. De kleurtatoeage vinden wij speciaal in Polynesië en Japan, maar toch ook bij vele andere volken. Nu eens wordt enkel het gezicht (Maori’s) dan weer het gehele lichaam getatoeëerd. Men begint er mee tegen de tijd dat de jeugd volwassen is. Wordt er niet getatoeëerd dan wordt het lichaam toch vaak beschilderd. Soms bepaalt zich dat ook weer tot enkel hoofd en handen. Merkwaardig is de schedelvervorming, die zowel in Indonesië als ook in Afrika en Amerika wordt toegepast. Bij de jonge baby wordt de schedel hetzij zijdelings, hetzij van voren en achteren zo onder druk gezet dat een tuitvormige schedel het resultaat is. Waarschijnlijk is de gedachte aan schoonheid hierbij secundair en heeft men de fontanel, waar het leven zo gemakkelijk te voelen is, zo spoedig mogelijk willen sluiten.

De gelaatsharen worden bij enkele volken zorgvuldig aangekweekt (Australiërs, Arabieren, Voor-Indiërs, Joden); andere volken daarentegen geven de voorkeur aan de „clean shave” en gaan zelfs zo ver, dat wenkbrauwen en wimpers verwijderd worden. De mode is hierbij een belangrijke factor. De Europese man was eens trots op zijn volle baard, terwijl men heden ten dage met een forse knevel al min of meer belachelijk is.

Wat het gebit betreft, terwijl wij de zwartgemaakte tanden van de Maleise vrouw niet kunnen waarderen, vinden zij een gelaat met grote witte tanden lelijk. Ze worden dan ook vaak bewerkt, totdat de meest grillige vormen ontstaan; dikwijls gebruikt men daarenboven nog gouden plaatjes als versiering.

PROF. DR H. TH. FISCHER.

< >