is de naam van een Middelhoogduits lied, waarbij muziek en rhythmische bewegingen als begeleiding optraden (vgl. Gotisch laiks = dans).
Dergelijke poëzie moet reeds in Oudgermaanse tijd hebben bestaan, maar er zijn geen voorbeelden van bewaard. In de Middeleeuwen wordt het woord gebruikt voor een zeer kunstige lyrische vorm, zoals die beoefend werd door dichters als Walther von der Vogelweide, Ulrich von Lichtenstein, Frauenlob en Tannhäuser. Men onderscheidt gewoonlijk verschillende soorten naar de inhoud (religieuze en minnelyriek).Terwijl deze dichtvorm rijk is aan rhythmische variaties, wordt hij toch steeds gekenmerkt door een eigenaardige technische bouw (met herhalingen en responsio).Lit.: K. Burdach, Reinmar der Alte und Walther von der Vogelweide (2de dr. 1928); R. Bossuat, La poésie lyrique au moyen-âge (1936).