is een door Einstein bij de gravitatie-vergelijkingen ingevoerde natuur-constante, die gewoonlijk met de Griekse letter λ aangeduid wordt. De betekenis van deze constante kan aldus gekarakteriseerd worden: door haar invoering in de gravitatievergelijkingen wordt aan de bekende, door Newton ontdekte aantrekkingskracht, die materiedeeltjes op elkaar uitoefenen, een nieuwe, naar men thans aanneemt afstotende kracht toegevoegd.
Bij de verhoudingen tussen massa en afstand zoals men die in het planetenstelsel of zelfs in het melkwegstelsel aantreft, is deze kracht zo klein, dat zij tegenover de gewone aantrekkingskracht geheel te verwaarlozen is. Beschouwt men echter de krachten die tussen de sterrenstelsels onderling werkzaam zijn, dan speelt de afstotende kracht de hoofdrol. Deze veroorzaakt de waargenomen uitdijing van het heelal (z kosmogonie). De grootte van λ hangt direct samen met de uitdijingssnelheid.