Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KOLLUMERLAND

betekenis & definitie

c.a. (Kollumerland en Nieuwkruisland), Friese gemeente aan de Lauwerszee, groot 8715 ha, met (1951) 10560 inw., van wie 94 pct Prot. en 6 pct andersdenkenden, bestaat in het O. en N. uit klei, in het Z.W., waar men enige kleine meertjes aantreft, uit zand en veen. Hoofdzaak is veeteelt, naast akkerbouw.

Daarnaast enige nijverheid (zuivelindustrie, centimeterlabriek). De gemeente beslaat voor een groot deel het ingedijkte zuidelijke deel van de Lauwerszee, waaraan nog de namen de Keegen en Uiterdijk herinneren. De polder Nieuwkruisland werd in 1542 aangedijkt. Tot de gemeente behoren de dorpen Kollum (1951: 2975 inw.),Burum (800), Kollumerpomp (670), Kollumerzwaag (830), Munnekezijl (810), Oudwoude (860), Westergeest (665), Zwagerveen (790) en een aantal buurten.Lit.: A. J. Andreae, Oudheidk. plaatsbeschr. v. d. gern. K. (2 dln, Kollum 1885).

< >