noemt men een ziekte van Cruciferen, zoals kool, koolraap en stoppelknollen, waarbij de wortels tot harde, witte, onregelmatige knobbels opzwellen, die later in een bruinachtige rottende massa overgaan. De ziekte wordt veroorzaakt door de aan de slijmzwammen verwante Plasmodiophora brassicae. Uit de rustende sporen ontstaan de beweeglijke zwermsporen, die de wortelharen infecteren.
Van hieruit heeft een verdere infectie plaats, die aanleiding geeft tot de gezwelvorming. Ten slotte worden sporen gevormd, die weer in de grond terecht komen en daar minstens 8 jaar in leven kunnen blijven. Bestrijding is mogelijk door toepassing van een ruime vruchtwisseling, door toediening van kalk of door het verbouwen van onvatbare rassen.
