Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KLIS

betekenis & definitie

of Klit (Arctium L.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Samengesteldbloemigen (Composieten) met een 6-tal 2-jarige soorten in Europa en Azië. Het onderscheidt zich door hoofdjes met een bijna bolrond omwindsel van stijve, dakpansgewijs geplaatste blaadjes met haakvormige punten, waarmede zij gemakkelijk aan verschillende voorwerpen blijven hangen, blauwachtig rode, zelden witte, buisvormige, 2-slachtige bloempjes en een met borstelige stroschubben bezette vruchtbodem, voorts door vruchtjes met een vruchtpluis uit enige rijen vrije haren.

De algemeenste Klis is in Nederland de Bastaard-Klis (A. nothum Weiss, syn. Lappa notha Ruhm.), een constante bastaard van de Kleine Klis (A. minus Bernh. of L. minor Hill), die tot trossen verenigde kleine hoofdjes heeft en vermoedelijk slechts in de Z.O.-helft van het land voorkomt, en de Grote Klis (A. Lappa L., syn. L. major Gaertn. of L. officinalis All., welke laatste naam slaat op het medicinaal gebruik van de wortel, de zgn. radix Bardanae), met duidelijk schermvormig gegroepeerde grote hoofdjes, vrij algemeen in het fluviatiele district. Zeldzaam zijn de Donzige Klis (A. tomentosum Mill., syn. L. tomentosa Lam.) en de Middelste Klis (A. nemorosum Lej., syn. L. intermedia Rchb. of nemorosa Köm), een bosplant van de kalkgrond met trossen grote hoofdjes.

< >