Wat is de betekenis van klis?

klis - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) Arctium een geslacht van planten uit de familie Asteraceae met stekelige, droge bloemen 2. (plantkunde) Arctium bloemhoofdje met stekels van zo'n plant klis - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klissen ♢ Ik klis 2....

(zn) rookvlees aan het stuk TM.

Hardhouten schuifplankje bovenop de vangbalk waar die in de ezel steekt.

(Arctium; Z.V1., W., Z.B., Sch., Th.: klit; Th.: kladde; Z.B.: prollen). Geslacht van forse kruidachtige planten (tot ruim 1,5 meter hoog) behorend tot de familie der composietachtigen. De grote bladeren zijn aan de onderzijde spinnewebachtig behaard en lijken enigszins op die van klein hoefblad. De bloemhoofdjes zijn paars en bolrond met om...

(Fr.: kladde). Plant. Gewone K. alleen algemeen.

s., kladde, klâdde, kladdebosk (it); donzige —, klitte.

zie KLITS.

of klit (Lappa of Arctium), tot de Composieten behorende plant met stekelige bloemhoofdjes, die paars bloeien in losse pluimen. Het meest vindt men Bastaard-klis (L. notha) en kleine K. (L. minor) op ruigten en in bossen.

of Klit (Arctium L.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Samengesteldbloemigen (Composieten) met een 6-tal 2-jarige soorten in Europa en Azië. Het onderscheidt zich door hoofdjes met een bijna bolrond omwindsel van stijve, dakpansgewijs geplaatste blaadjes met haakvormige punten, waarmede zij gemak...