(van het Spaanse woord criollo) noemt men in Latijns-Amerika de in dat werelddeel geboren blanken. De naam dient meestal om hen te onderscheiden van immigranten uit Europa, de nieuwelingen.
Ook mestiezen, mengingen van blanken en Indianen, worden wel creolen genoemd. Toepassing van de naam op negers is weinig gebruikelijk, al noemen dezen zich zelf soms zo.In Suriname werden vroeger met Creool aangeduid de in het land geboren slaven in tegenstelling met de aangevoerde Afrikaners, de zgn. zoutwaternegers. Verder het in Suriname geboren vee. Men spreekt er nog van creool-vee ter onderscheiding van aangevoerde runderen. Het begrip creool pleegt men er thans te beperken.
Men duidt met creool aan de nakomelingen van de oude Joodse bevolkingsgroep, de vroegere slaven en de door vermenging ontstane personen, in Suriname „kleurlingen” genoemd. Een Brits-Indiër of Javaan zal men geen „creool” noemen, al zijn de voorouders al driekwart of een halve eeuw geleden in Suriname aangekomen. Ook in officiële stukken vinden wij dit onderscheid. Daarin werden als „inboorlingen” vermeld, wat men Creolen noemt en daarnaast vindt men Brits-Indiërs, Ned.-Indiërs en Chinezen genoemd.
