(ook: Karbala of Medsjed Hoessein), is de hoofdstad van de gelijknamige (1947) 276 670 inw. tellende liwa (provincie) van Irak met (1941) 22 540 inw., vnl. de Sji-ietische Mohammedanen, Perzen en Arabieren. De stad ligt te midden van een vruchtbaar en bevloeid gebied met vele dadelbossen, aan het Hoessein-kanaal (een gekanaliseerde tak van de Eufraat), aan de rand van de Syrische woestijn, op 88 km ten Z.W. van Bagdad en door spoor- en autowegen met die stad verbonden.
De stad heeft twee fraaie moskeeën, in één waarvan de stoffelijke resten van Hoessein, hier in 680 vermoord, zich bevinden. Vele tienduizenden pelgrims bezoeken jaarlijks zijn graf. Kerbela is ook het uitgangspunt van pelgrimskaravanen naar Mekka en Nedsjef. Vanwege haar ligging op de grens van de woestijn en de alluviale vlakte wist de stad zich een belangrijke commerciële betekenis te verwerven. Afwisselend in Nedsjef en Kerbela resideert de moedsjtahid, de leidende Islamietische autoriteit voor Irak en Perzië.