(laryngoscoop) is een kleine spiegel op een lange steel, die bij het onderzoek van de keel gebruikt wordt. Het instrument, dat in 1854 door de zangleraar Garcia voor het eerst werd toegepast bij onderzoekingen op het gebied van fonetiek, is kort daarop door Türck en Czermack in de geneeskundige onderzoekstechniek ingevoerd.
De keelspiegel wordt gebruikt in combinatie met een lichtbron en een spiegel, welke door de onderzoekende arts aan een band om het hoofd wordt gedragen (de zgn. voorhoofdspiegel). Bij het onderzoek wordt de keelspiegel tot vóór de achterste keelwand gebracht. Daartoe moet de tong van de patiënt worden uitgestoken en vastgehouden. Het spiegeltje dient men van tevoren te verwarmen, opdat het niet beslaat. Met de voorhoofdspiegel werpt de arts nu het licht van de lamp op de keelspiegel; door de centrale opening, die zich in de voorhoofdspiegel bevindt, kan het gebied, dat aldus verlicht wordt en zich in de laryngoscoop weerspiegelt, worden bekeken. Op die wijze kunnen de tongbasis, de ingang van het strottenhoofd, de stembanden en (als de patiënt de klank a laat horen) een groot deel van de luchtpijp worden geinspecteerd. Op geleide van de keelspiegel kunnen ook kleine operaties worden uitgevoerd.