eigenlijk genaamd Caetje Mulder (Rotterdam 25 Mrt 1723 - 29 juni 1798), was mosselenverkoopster en sinds 1758 keurvrouw voor de mosselen in haar geboortestad. Zij werd bekend door haar heftige Oranjegezindheid, waardoor zij telkens bij anti-patriottische onlusten een hoofdrol speelde, ondershands gesteund (ook geldelijk) door vooraanstaande personen.
Als volksopruister werd zij 31 Aug. 1784 door de regering van Rotterdam gearresteerd. Haar advocaat was de dichter Bilderdijk, die aan de zaak grote ruchtbaarheid gaf en haar overbrenging naar ’s-Gravenhage wist te bewerken. Zij werd eerst in Oct. 1787, na de restauratie van het stadhouderschap, in vrijheid gesteld en toen in triomf naar Rotterdam teruggebracht, waar zij haar oude bedrijf weer opnam.Lit.: G. van Rijn, K. M.. in: Rotterdamsch Jaarboekje II (1890).
