vooraanstaand Duits oudhistoricus (Gräfentonna bij Eisenach 16 Apr. 1857 - Würzburg 3 Jan. 1930), promoveerde te Tübingen in 1877, was leraar te Berlijn en Gotha, werd buitengewoon hoogleraar in de oude geschiedenis te Leipzig in 1902, gewoon hoogleraar te Würzburg in 1903. Zijn standaardwerk over de geschiedenis van het Hellenisme, ofschoon uiteraard in sommige opzichten verouderd, blijft een onmisbaar werk van grote betekenis.
Bibi.: Geschichte des hellenistischen Zeitalters, dl I, II, I (Leipzig 1901—1909, niet verder verschenen; 2de dr.: Geschichte des Hellenismus, 2 dln ald. 1917-1926; v. h. iste dl verscheen in 1927 een 3de dr.); Universalgeschichte. Abhandlungen. Mit Gedächtnisrede und Schriftenverzeichnis hrsg. v. J. Vogt (Stuttgart 1930).
