Nederlands bisschop (Schimmen 26 Juli 1884), zette na zijn priesterwijding in 1909 zijn studies in Leuven en Rome voort tot zijn promotie tot doctor in de beide rechten in 1913. Hij werkte daarna eerst als kapelaan te Maastricht en van 1918 af als professor in de moraal-theologie aan het groot-seminarie te Roermond.
In 1932 volgde zijn keuze tot coadjutor van mgr Schrijnen, die hij in hetzelfde jaar als bisschop van Roermond opvolgde. Bij gelegenheid van zijn 40-jarig priesterfeest in 1949 benoemde paus Pius XII hem tot assistent-bisschop bij de Pauselijke Troon.