koloniaal bewindsman (Londen 9 Oct. 1762 - Calcutta 10 Nov. 1825), trad in 1779 in dienst bij de Engelse Oostindische Compagnie, waar hij verschillende betrekkingen vervulde, o.a. die van rechter. 11 Mrt 1816 volgde hij Raffles op als Lt.-Gouverneur van Java en Onderhorigheden. Op Java aangekomen, vond Fendall tot zijn grote verbazing daar reeds Nahuys en een deel van de Nederlandse troepen, als voorlopers van de Commissarissen-Generaal, die namens Koning Willem I het bestuur over de Indische koloniën uit handen van de Engelsen zouden overnemen.
Vóór zijn vertrek naar Java was Fendall nog verzekerd, dat de machtsoverneming ten minste twee jaren zou uitblijven. Nadat Fendall op 6 Juli 1816 de bevelen tot overgave van het bestuur uit Brits-Indië had ontvangen, stelde hij de overdracht vast op ig Aug. 1816, op welke datum hij Java verliet en naar Bengalen terugkeerde. In 1820 werd hij lid van de Engelse Raad van Indië en in 1824 tot President van de Board of Trade.