Frans politicus (Yolet, in Auvergne, 1756-Parijs, geguillotineerd 16 Dec. 1794), werd in 1792 lid van de Nationale Conventie en berucht door de hardhandige vervolgingen, waaraan hij zich als missionaris der Conventie schuldig maakte te Nantes (winter 1793/1794). Zijn „noyades” — massale verdrinkingen van onbeëdigde priesters en opstandelingen uit de Vendée — zijn later kolossaal overdreven, zowel wat betreft het getal der slachtoffers als wat de gruwelijke bijzonderheden aangaat, die zich er bij zouden hebben voorgedaan.
Maar de werkelijkheid is erg genoeg: ca 3000 slachtoffers, naar gematigde schatting. In het voorjaar van 1794 werd hij teruggeroepen, niet omdat men zijn gedrag afkeurde, waarvan de bijzonderheden te Parijs onbekend waren, maar omdat hij in conflict geraakt was met de plaatselijke Jacobijnenclubs. De val van Robespierre sleepte hem mede.Lit.: M. Fleury, C. a Nantes (2de dr. 1901); Lallié, J. B. C. (1901); G.
Martin, C. et sa mission a Nantes, diss. (Paris 1924).
